Tricuspidalis atresie is een aangeboren hartafwijking waarbij de tricuspidalis (de hartklep tussen de twee rechter hartkamers - atrium en ventrikel) niet is aangelegd. In plaats van een hartklep heeft zich bij de groei van het hart op die bewuste plek vast weefsel gevormd. Hierdoor kan het bloed dus niet op de normale manier worden rondgepompt. Bij de geboorte bestaat er altijd een opening tussen het linker atrium en het rechter atrium. Deze opening sluit zich na verloop van enige tijd. Maar door het ontbreken van die hartklep kán de opening tussen de twee bovenste hartkamers niet dichtgroeien, en stroomt het bloed - vanuit de zuurstofarme rechterkant van het hart - naar het linker gedeelte. Het zuurstofarme en het zuurstofrijke bloed wordt dus permanent binnenin het hart met elkaar vermengd en daardoor ontstaat er zuurstoftekort in het gehele lichaam. Behalve de opening tussen de beide atriums, bestaat er bij mijn afwijking óók een opening tussen de beide ventrikels. Wanneer dat niet het geval zou zijn, kan het bloed immers niet naar de longen stromen. In de tekening hiernaast is dat duidelijk aangegeven. Kinderen met tricuspidalis atresie zijn snel moe, vaak kortademig en hebben een blauwgetinte huid.
Tricuspidalis atresie wordt tegenwoordig door middel van meerdere operaties behandeld en leidt uiteindelijk tot een ‘Fontanoperatie’, waarbij het kind dat inmiddels een kleuter is geworden, verder kan leven met een éénkamerhart. De meeste (>80%) van de kinderen bereikt, sinds de ‘Fontanoperatie’ wordt toegepast, de volwassen leeftijd.
Lees HIER hoe mijn kinderjaren met tricuspidalis atresie verliepen...
Geen opmerkingen :
Een reactie posten